Er bestaan uiteenlopende ventielen, met verschillende bedienings- en schakelmogelijkheden. Veel voorkomend zijn de monostabiele en bistabiele ventielen. Maar wat zijn de verschillen tussen deze twee? In dit blog leg ik het uit.
Monostabiele ventielen
Dit type ventiel heeft één (mono) stabiele schakeltoestand, ofwel de voorkeursstand. Er is een continu stuursignaal nodig om het ventiel om te schakelen, dit kan elektrisch, pneumatisch, mechanisch of handmatig zijn. Met andere woorden deze heeft één bediening die je tijdens de omschakeltijd moet blijven bedienen. Stopt het signaal dan schakelt het ventiel naar de stabiele positie.
Monostabiele 2/2 en 3/2 ventielen zijn verkrijgbaar in ruststand NO (normaal open) en NC (normaal gesloten). Zie onderstaande voorbeeld van een NC en NO 2/2 ventiel.

Bistabiele ventielen
In tegenstelling tot een monostabiel ventiel heeft een bistabiel ventiel geen voorkeursstand, maar twee stabiele toestanden. De schakeling tussen beide standen vindt steeds plaats door een kortstondig stuursignaal aan één van beide zijden van het ventiel. Stopt het signaal dan blijft het ventiel in dezelfde stand staan. Voor terugschakeling is er een signaal nodig vanuit de andere zijde van het ventiel.

Vragen of opmerkingen?
Heb je nog vragen over de werking van monostabiele of bistabiele ventielen, of welk ventieltype geschikt is voor jouw toepassing? Laat gerust een berichtje achter onder dit blog f een van mijn collega’s. Wij helpen je graag verder.
*Bron afbeeldingen: Festo