Pneumatische cilinders komen in beweging door luchtdruk, maar moeten ook weer afremmen om schade aan de cilinder te voorkomen. Afhankelijk van jouw toepassing kun je verschillende soorten demping inzetten. De meest voorkomende zijn elastisch, instelbaar pneumatisch en zelfinstellend pneumatisch. In dit blog leg ik de verschillen, voordelen en nadelen aan je uit.
Waarom einddemping?
Voor een efficiënte en hoge productie met pneumatische cilinders, is het van belang dat deze gecontroleerd snelle slagen maken. Het in beweging zetten van de zuigerstang is een ding, het afremmen en dempen een ander. Bij einddemping is het essentieel dat deze de energie zo efficiënt mogelijk opneemt. Zo worden schokken en slijtage voorkomen.
In pneumatische cilinders worden veelal elastische demping, instelbare, of zelfinstellende demping gebruikt. Deze drie methoden zal ik nu bespreken.
Elastische demping
Bij elastische demping, ook wel P-demping genoemd, zorgt materiaal dat in op de zuiger of in de eindkap is geplaatst, voor absorptie van de kracht. Nadat de zuigerstang tegen het materiaal is aangebotst en terugtrekt, neemt het materiaal zijn oorspronkelijke vorm weer aan.
De levensduur van het elastische materiaal is afhankelijk van de impact die de zuiger maakt. Daarom is elastische demping niet geschikt voor toepassingen met lage belastingen, lage snelheden of een korte slaglengte. Nadelen van de elastische variant zijn de dat ze in verhouding redelijk veel lawaai maken en de demping zelf matig is.
Pneumatische demping: instelbaar
Werk je met grotere dynamische krachten, dan voldoet elastische demping niet, en is de pneumatische variant een oplossing. Hierbij wordt de energie opgenomen door een buffer van reeds samengeperste lucht in de cilinderkamer. Deze luchtbuffer zorgt voor een tegendruk, waardoor de zuiger afremt. Per slag wordt er lucht afgevoerd en weer aangevuld.
Bij instelbare pneumatische demping (PPV) kun je deze buffer/luchtafvoer zelf handmatig instellen met een instelschroef. Het is een betrouwbare en duurzame manier van dempen, maar wel een die regelmatige controle van de instellingen vergt. Deze expertise moet je wel in huis hebben of inhuren. Een groot voordeel is wel dat PPV geschikt is voor bijna alle pneumatiektoepassingen (dus ook zware belastingen, zeer hoge/lage snelheden en korte/lange slaglengtes).
Pneumatische demping: zelfinstellend
De laatste jaren is zelfinstellende pneumatische demping (PPS) in opmars. Hierbij zijn dezelfde technische principes als PPV toegepast, alleen verschilt de manier waarop het luchtbuffer ontstaat. Doordat bij PPS het buffer zich automatisch aanpast, aan de cilindersnelheid en dempingsslag, heb je een constante kwaliteit. Bijkomend voordeel is dat je geen tijd kwijt bent aan ingewikkelde instellingen. Doordat je geen stelschroef hebt, die vuil kan worden, is PPS ook geschikt voor toepassingen waar gereinigd wordt.
Nadeel is wel dat PPS niet geschikt is voor toepassingen met zware belastingen, hoge snelheden of lange slaglengtes. Dit heeft te maken met de tijd die benodigd is om aan te passen aan de slag.
Het verschil tussen instelbare en zelfinstellende demping zie je in deze onderstaande video van Festo.