Wanneer een elektromotor onder hoge spanning komt te staan, is de kans op overbelasting groot. Hierdoor kan deze kortsluiten of doorbranden. Gelukkig zijn er motorbeveiligingsschakelaars die dit risico aanzienlijk verkleinen door bij dreigende overbelasting op tijd uit te schakelen. Echter zijn er uiteenlopende motorbeveiligingsschakelaars voor diverse toepassingen. In dit blog leer ik je graag de basis. Â
Hoe werkt een motorbeveiligingsschakelaar? Â
Een motorbeveiligingsschakelaar zorgt ervoor dat de voeding naar een elektromotor automatisch uitschakelt wanneer deze een spanningsgrens overschrijdt. Hierdoor voorkom je kortsluiting, overbelasting of fase-uitval. Ze bevatten geen zekering zodat je na afschakeling snel weer door kunt werken. Â
Beveiligingsschakelaar of relais? Â
Binnen de elektrotechniek kom je de termen schakelaar en relais vaak afwisselend tegen. In wezen doen ze hetzelfde. In feite is een schakelaar altijd met de hand bediend en een relais via een elektrisch signaal. Een relais heeft ook een schakelfunctie, maar een andere bedieningswijze. Â
Zo kies je de juiste motorbeveiligingsschakelaarÂ
Kies ten eerste dus voor het type bediening: handmatig of elektrisch. Vervolgens moet je letten op de technische eigenschappen die voor jouw toepassing geschikt zijn. Â
Het maximale vermogen dat de schakelaar kan overbrengen, staat aangegeven in de wattage (in kilowatt). Dit is de maximale spanning waartegen de beveiliging bestand is. Heeft deze bijvoorbeeld een maximum van 4 Kw, dan kun je hier dus prima een elektromotor van 3 Kw op aansluiten, maar niet een van 5,5 Kw, want deze zal dan doorbranden. Bij relais en schakelaars zie je een amperage staan die de grens aangeeft. Overschrijdt het amperage in je toepassing het maximum, dan schakelt het relais de stroomtoevoer uit om oververhitting te voorkomen. Check goed of dit automatisch gebeurt. Bij sommige relais heb je een extra thermische beveiliging nodig om dit te kunnen doen.
Â
De spoelspanning is van belang als je een schakelaar kiest met een elektrische bediening in plaats van handmatig. Het is het handigst om een spanning te kiezen die je al in de machine gebruikt, bijvoorbeeld een 24 VDC. Check hierbij ook goed of de overige componenten in jouw elektrisch systeem hiermee kunnen samenwerken.Â
Het nut van hulpstroombanenÂ
Let daarnaast op het aantal en het type hulpstroombanen. Hulpstroombanen heb je nodig wanneer je de verbruiker (bijvoorbeeld een elektromotor) op de beveiligingsschakelaar wilt aansluiten. Daarbij heb je de optie tussen de contactvorm ‘Normally Open’ (NO) of ‘Normally Closed’ (NC). Hiermee regel je of de schakelaar aan of uit moet gaan. Zo kun je naar wens bijvoorbeeld (meerdere) sensoren in NC-stand in de procesketen tussen de schakelaars plaatsen. Detecteren de sensoren iets abnormaals, bijvoorbeeld een opvangbak aan het einde van een transportband ontbreekt, dan schakelt deze naar open. Hierdoor valt het signaal naar de elektromotor weg en stopt deze met draaien. Anders zouden de spullen op de grond vallen. Meerdere hulpcontacten in de motorbeveiligingsschakelaar bieden hierbij dus uitkomst.Â
Bedenk dus goed hoeveel hulpcontacten je nodig hebt. Sommige beveiligingsschakelaars zijn ook uit te breiden met losse hulpcontacten. Â
Goedkeuring nodig voor 230 volt Â
Aan elektrische apparaten van 220 volt kun je gerust sleutelen, maar bij 380 volt heb je goedkeuring nodig. Houd hier dus rekening mee. Schakel dan ook een erkend installateur in als je met 380 volt wilt gaan werken.  Â